Afrojack

agrojackForget The World
cd-album / download-album
dance
Def Jam

DJ, producer en exportproduct Afrojack (Nick van der Wall) uit Spijkenisse is al jaren een speler op het hoogste niveau van de dancewereld. In mei verscheen zijn debuutalbum Forget The World.

EDM op zijn meest mainstream is natuurlijk je reinste spektakelporno. Als je het hoort is het moeilijk geen arena vol dansende mensen voor je te zien, die belicht worden in alle kleuren van de regenboog terwijl boven hen vuurwerk de lucht in schiet. Het is muziek om op te springen (maar niet te lang aan een stuk), en het moet niet te ingewikkeld zijn, want niet iedereen heeft een goed gevoel voor ritme. Een uitspraak die Afrojack deed over dit album in een interview met het NRC verbaasde mij daarom nogal. In plaats van de makkelijke weg te kiezen en hitjes te maken, zei hij iets te willen produceren waar hij trots op kon zijn. “Als mensen het niets vinden, ga ik alsnog hits maken en heel veel geld verdienen.” Maar zijn extreem toegankelijke hits dan niet juist waar het om draait bij muziek in zijn genre? Geïnspireerd door die uitspraak ben ik bij het beluisteren van Forget The World op zoek gegaan naar bewijs dat er meer schuilt in Nick van der Wall dan voorspelbare hitjes. Zijn er aanwijzingen te vinden van een muzikaal of creatief genie achter al het bombastische spektakel?

Na de eerste drie nummers begin ik die hoop al te verliezen. Illuminate en Born To Run lijken zo veel op elkaar in hun opbouw, vocalen en riedeltjes dat ik me afvraag welke idioot het heeft bedacht om die twee nummers nota bene na elkaar op de plaat te zetten. Maar ik begrijp al snel het dilemma, want eigenlijk horen we op het hele album keer op keer hetzelfde. Hier en daar zit wel een interessant klein geluid of een opvallend melodietje in de intro’s, maar die verdrinken al snel in steeds dezelfde bombastische deunen, dezelfde opbouw die aftelt tot het moment waarop we mogen springen, en dezelfde vierkwarts-beat.

Beter dan The Spark wordt het eigenlijk niet: het nummer dat iedereen kent en vooral aanspreekt door de vrolijke energie die het geheel uitstraalt, en de stem van Spree Wilson in het bijzonder. Het grootste gedeelte van de overige nummers is ronduit overbodig of, in het geval van Catch Tomorrow waar Sting de vocalen voor levert, absoluut afgrijselijk. Maar gelukkig zijn er nog wel enkele positieve uitspringers, zoals Three Strikes, dat gewoon tof is door de vuige electro sound. Ook Mexico valt op, door een gebrek aan beats, maar heeft verder niet veel om het lijf. Het nummer Dynamite met Snoop Dogg als gastartiest gaat zelfs over op een trap ritme en klinkt ook nog best lekker. Toch doet het echter meer aan als een obligaat uitstapje dan een uiting van creativiteit. Katy Perry kwam dit jaar al met een beter trap nummer.




Afrojack – The Spark ft. Spree Wilson

Uiteindelijk is Forget The World precies wat je verwacht van Afrojack: bombastische, weinig enerverende EDM hitjes. Voer voor de springende massa, zogezegd. Het creatieve genie ben ik niet tegengekomen. Mijn conclusie is dat het weinig uitmaakt of Nick zich richt op het maken van hitjes of zich richt op het uiten van zijn artistieke kant. Het resultaat is in beide gevallen hetzelfde.

Download Forget The World op iTunes.

Voor meer informatie bezoek je de website van Afrojack.

Mark IJsendoorn

Op pad met Marel Kroon: Stefan Tijs

2014_Stefan_Tijs_door_Pim_TopRotterdam mag internationaal op de kaart staan als soulstad en gabberstad maar begin jaren nul beleefde het ook een, wereldwijd erkende opleving van punkrock. Belangrijke aanstichters hiervan waren The Apers en het label Stardumb Records waar zij hun platen op uitbrachten. Stefan Tijs is niet alleen eigenaar van het nog altijd actieve Stardumb maar wist het als grafisch ontwerper ook een eigen smoel te geven. Marel Kroon ging op kantoorbezoek bij Stefan en tekende het bijna onwaarschijnlijke verhaal op hoe een wilde punkrockscene versmolt met een populaire kinderboekenserie.

In 2003 reist Stefan Tijs mee met The Apers tijdens een Amerikaanse tournee. Stardumb Records, dat hij bestiert met bassist/zanger Kevin Aper, is inmiddels een gezagvol label op het gebied van punkrock, niet alleen door de succesvolle uitgaves van lokale bands als The Apers en Ragin’ Hormones maar ook met uitgaves van Amerikaanse punkrockbands als The Queers en Groovie Ghoulies. Met onder andere de laatste groep spelen The Apers tijdens die tour in New York, in het legendarische CBGB’s, de club waar Amerikaanse punkrock ooit begon met namen als Ramones, Blondie, Television en Dead Boys. De ontvangst overtreft de stoutste dromen van het Rotterdamse gezelschap.

cbgb_nyc
“Het was uitverkocht, dat kwam vast door die Amerikaanse bands, dachten we. Maar tet publiek zong alles van The Apers mee. Ik stond achter de merchandise tafel en daar stonden ze in de rij om mij, als man van Stardumb de hand te schudden…dat was echt surrealistisch natuurlijk.”

Borre_02Palmenstrand
Het is een zonnige late lentedag als ik met Stefan Tijs heb afgesproken in zijn studio boven Rotown. Ik kom hem al tegen op het drukbevolkte Rotown-terras, slurp mijn laatste restje koffie verkeerd naar binnen en volg hem over een steile, met enveloppen bezaaide trap. In zijn ruime kantoor kijkt een levensgrote Borre-knuffel ons aan. De gezeefdrukte hoezen van de laatste Stardumb release van Toys That Kill staan op een tafel uitgestald en aan de wanden hangen recente schilderijen van Stefan, vrij werk dat aanzienlijk duisterder oogt dan de kleurrijke Borre-boekjes. Achter een muurbreed vergezicht van een tropisch palmenstrand staat het complete archief van Stardumb Records.




Toys That Kill – Bullet From The Sky

Kopieerapparaat
“Mijn vader had een eigen bedrijf dat, via scholen, schriftelijke cursussen voor kinderen maakte. Hij  begon daarmee toen ik negen was, in de slaapkamer van ons huis in Nieuwerkerk aan den IJssel. Om hem zo in de weer te zien inspireerde mij om zelf iets bedenken en uit te voeren. Een kopieerapparaat stond in huis dus begonnen mijn oudere broer en ik een clubblaadje met onze tekeningen erin, voor onze vriendjes. Rond 1988 ontdekten we graffiti en zijn we het blad Freestyle gaan maken. We bleken hiermee de eerste in Europa te zijn. Er kwamen bladen uit New York, LA en Nieuwerkerk aan den IJssel, haha. We schreven naar het striptijdschrift Eppo dat je lid kon worden voor 10 gulden per jaar. Omdat we gratis konden kopiëren en mijn vader Freestyle mee kon sturen met zijn cursussen, ging het heel snel los. In no-time hadden we een paar honderd leden.”

Hiphop
Ik zag zelf aanvankelijk de link tussen graffiti en hiphop niet, maar onze leden vroegen naar stukken over Ice-T en Public Enemy. Zo leerde ik steeds meer kennen. Ik voelde me ook wel tot hiphop aangetrokken; Rock Steady Crew, Run DMC. Ik heb altijd van rauwe dingen gehouden, te gepolijst vind ik saai. Voor mij persoonlijk is de link tussen hiphop en punk ook heel duidelijk; het is allebei vanaf de straat opgekomen en compromisloos van aanpak waardoor het voor mensen die er verder van af staan redelijk afschrikwekkend kan zijn.“

1993_Paul_Elstak_Wanna_PlayStartpunt
“Ik was zelf ook graffitiartiest maar niet zo goed in wegrennen dus ik ben best vaak opgepakt. Mijn naam was Slush. Eerst Slush Rat, maar dat was te lang – voordat je bij de ’t’ bent zit je al op het politiebureau. Die naam heb ik lang aangehouden, ook voor illustratiewerk. Gabber was niet echt iets voor mij maar ik ben een keer in een brutale bui met mijn blackbookie met tekeningen op Paul Elstak afgestapt. Ik hoopte misschien eens een flyer voor hem te mogen ontwerpen, maar Paul wilde mij wel bij zijn nieuwe kledinglijn betrekken. Hij werkte ook met Mike Redman. Als ik er aan terugdenk was het best bijzonder dat hij Mike als zestienjarig ventje clips liet maken en mij als zeventienjarig ventje shirts liet illustreren. Dat was echt een startpunt voor ons beide. Ik ben dus dankbaar dat hij mij dat podium gaf. Maar muzikaal… Ik zag er toen uit als een skatertje en gabbers en skaters was als water en vuur. Op straat kon ik van een gabber eerder een schoudertje verwachten dan een goedkeurend knikje. Maar dan kreeg ik deze wel van iemand met mijn tekening op z’n buik.”

Vriendenclub
“Mijn afstudeerproject voor de opleiding Vormgeving & Communicatie was een evenement in Snowworld in Zoetermeer. Daar speelden twee punkbands uit Rotterdam; New Friend (een vroege band van Kevin Aper en Vincent (van Duin) en Choca van het latere The New Earth Group) en Beaver Feaver met Roel van Tour die later cameraman is geworden. Het werd een leuke vriendenclub die allemaal toffe dingen deden. Coffeeshop The Act aan de Westenwagenstraat was onze hangout. Het had toentertijd een podium voor lokale bands waar iedereen speelde. Met Vincent en Rufus Ketting begon ik in 1997 verzamel-cd’s uit te brengen onder de vlag Little People Records. The Apers zat daar ook tussen en toen Kevin liet weten dat hij een eigen label wilde beginnen, ben ik met hem in zee gegaan. De eerste releases waren singles van onder andere The Apers en Ragin’ Hormones, de band van Jerry Hormone.”




The Apers – Whatever It Takes

Helden
“Wat er toen gebeurde… Europa loopt muzikaal in veel gevallen achter op wat er in Engeland en de VS gebeurt en dat was met poppunk ook zo. In Amerika waren de hoogtijdagen van bijvoorbeeld Green Day voorbij maar in Europa was die muziek net aan het opbloeien. Zonder het te beseffen doken we daarin. In 2000 toerden The Apers voor het eerst door Europa en merkten we dat overal soortgelijke bands opereerden. Maar we kenden ze niet. Dat vonden we gek; je kent wel een band uit Virginia, maar niet uit Keulen. Het werd onze missie om die Europese scene kleiner te maken. We begonnen met het uitbrengen van verzamel-cd’s en zetten zelf tours op met combinaties van Nederlandse met Duitse en Italiaanse bands. Maar wat we niet zagen aankomen was dat Amerikaanse bands op zoek waren naar een platenmaatschappij nadat het punklabel Lookout Records een nieuwe richting was ingegaan. En omdat wij best wel lekker gingen, kwamen die allemaal bij ons terecht. Groovie Ghoulies, helden voor ons, klopten ineens aan. Daarna ging het heel snel, binnen anderhalf volgden The Queers en Methadones die voortkwamen uit Screeching Weasel, onze grote helden uit de jaren 90.”

2002_Stardumb_PoortgebouwSimon & Garfunkel
Terwijl The Apers in 2003 Amerika veroveren, groeit Rotterdam als Punkrock City. Onbetwiste hangout is Waterfront waar Stardumb ook regelmatig de festivals Stardumb Rumble en Rotterdam Rumble organiseert. Maar ook op een normale uitgaansavond domineren Allstars en leren jacks. Naast de Stardumb-stal met (naast The Apers en Ragin’ Hormones) Rotterdamse namen als Wiseguy, The Quotes en Beyond Lickin’, zijn ook The Riplets en Lulabelles populair.

“Veel bekendheid hadden we vooral te danken aan de bravoure van Kevin. Hij ging van de daken schreeuwen: ‘Rotterdam punkrock city number 1!’. Eigenlijk was het niet meer dan The Apers en Stardumb met wat vrienden er omheen. Wiseguy en Beyond Lickin’ speelden meer rock ‘n’ roll dan punkrock. Ik moest bij Stardumb voor iedere release die buiten de punk viel ook knokken. Ik vond die scene wel heel leuk. Ik kwam uit de hiphophoek waar alles heel moeizaam verliep. De meeste hiphop artiesten waren, zonder nog iets bereikt te hebben, zo vol van zichzelf. Ze wilden alleen voor de hoofdprijs de deur uitkomen. Terwijl The Apers overal voor in waren. Alleen, als je ergens na een optreden overnachtte en Ramones gingen weer op, dan dacht ik soms; geef me nou maar Simon & Garfunkel, haha. In zekere zin heb ik me ook wel toerist gevoeld in die scene. Het was niet het enige waar ik mee bezig was. ”

Ballen
Ondanks de successen loopt het niet lekker bij Stardumb. Er zijn schulden en perikels die leiden tot de breuk tussen Stefan en Kevin. De laatste gaat zich volledig aan The Apers wijden terwijl Stefan, naast Stardumb zijn ondernemerschap meer wil combineren met zijn kunstenaarschap. Met zijn vader, broer en zus bedenkt hij een kinderboekenserie waar leerlingen van de basisschool zich op kunnen abonneren en die qua niveau met hen meegroeit. Het wordt een echt familiebedrijf en Stefan ontwerpt de hoofdpersoon, het vrolijke figuurtje Borre. Een schrijver wordt gezocht, totdat Stefan, na een aantal op niets uitgelopen probeersels, ontdekt dat deze gewoon thuis bij hem op de bank ligt.

“Jerry Hormone (Jeroen Aalbers), die toen gitarist van The Apers was, woonde officieel nog bij zijn ouders en kwam altijd bij mij crashen. Ik heb hem uiteindelijk voorgesteld een kamer te huren; als je toch vier dagen per week hier op de bank ligt kun je misschien beter je eigen ruimte huren. Toen hij zijn huur niet kon betalen heb ik aangeboden dat hij het misschien eens moest proberen. Gek genoeg was wat hij schreef meteen zó leuk, terwijl niemand dat zag komen van die gast die meer zijn gitaar in de lucht hield om achterlangs naar zijn ballen te kunnen grijpen dan dat hij werkelijk speelde. Mijn broer en zus kenden Jerry niet. Ik liet hem zijn eerste verhaal via de officiële weg, de mail naar mijn broer sturen en die mailde vervolgens rond: ‘wauw, we hebben hier de nieuwe Annie MG Schmidt te pakken’. Voor Jerry kregen we vooral inzendingen van oma’s en moeders die verhalen voor hun kinderen bedachten, Jerry put uit het kind in hemzelf. Dit jaar verschijnt het honderdste boekje, een bizarre mijlpaal.”

Polaroid_BorreBorre Ramone
“Borre is best wel punkrock, met die punttandjes en dat rood/wit gestreepte shirt, bijna een Ramone. Jerry laat zich inspireren door wat er om hem heen gebeurd of wat hem op dat moment fascineert. Een van de vriendjes waarmee Borre op een gegeven moment het detective team De Kerkhof Kids begint, is gebaseerd op Elle Bandita. Het meisje heet ook Elle en is een beetje jongensachtig en stoer. Jaap, de oude bassist van Wiseguy en The Quotes en tegenwoordig boeker voor Rock ‘n’ Roll Highschool werd Jaap de straatmuzikant. Marcel Haug van The Quotes en programmeur van onder andere het Metropolis Festival, komt er in voor als de piraat Kapitein Kin.”

Blote basten
Ondertussen sluimert Stardumb voort als soort van boetieklabel.

“Ja, het label wil maar niet dood. Eind vorig jaar verscheen bijvoorbeeld Eternal Bad Luck Charm van The Connie Dungs voor het eerst op gelimiteerd vinyl bij Stardumb. De cd was in 2000 mijn favoriete punkrockplaat. Het is een themaplaat met veel verdriet en bad luck erin, vandaar dertien jaar later deze anniversary release op vinyl. De band bestaat niet meer maar er zijn met mij nog 200 mensen in de wereld die die plaat zo geweldig vinden dat zij hem gelijk gekocht hebben.”

Rotterdamse bands?

“Ja, dat is alweer een tijdje geleden. Niet dat ik daar niet voor opensta, het komt neer op tijd. Ik zie wel veel Rotterdamse bands die ik leuk vind. Pas was ik op Oerol waar ik The Afterveins zag spelen: jonge gasten, heel erg geïnspireerd door Velvet Underground maar wel met veel bravoure, lekker wild, blote basten enzo. Ik sprak daarna de gitarist en ja het zou tof zijn maar het moet uiteindelijk ook passen in mijn agenda. Beach Coma zag ik pas optreden in Cafe de Bel en vond ik echt te gek. Ze klinken een beetje Crampsy, dat meisje (Siggy) komt uit JC Thomaz and the Missing Slippers wat ik ook een leuke band vind. Yokocola Cellarsounds vind ik ook heel tof maar wel een stelletje ongeleide projectielen bij elkaar. Ik zie niet hoe je dat… Ik sprak (zangeres) Sidhi er ooit over.  Ze vertelde dat ze iedere keer alles opnemen in de oefenruimte en dat het steeds weer anders klinkt. Als liefhebber van muziek ben je toch eerder gebaat bij de ultieme versie.”

Ondergeschoven kindje
“Borre gaat heel lekker en daar ben ik best trots op. Toen vorig jaar het leeuwendeel van het werk klaar was dacht ik dat ik meer tijd zou krijgen om te schilderen en dit en dat. Maar uiteindelijk bedenken we steeds als we aan tafel gaan zitten nieuwe dingen rond Borre. Zonde om los te laten maar het gaat ten koste van andere dingen die ik graag wil doen. Zodoende is Stardumb al acht jaar een ondergeschoven kindje maar ik zal het niet snel loslaten.”

Marel Kroon

Foto: Pim Top

marelkroonMet zijn 76 jaar kan Rotterdammer Marel Kroon gerust de éminence grise van de Nederlandse popjournalistiek worden genoemd en een monument voor het steeds meer vergrijzende internationale poplandschap. Hoewel hij pas na zijn pensionering (tot zijn 65ste doceerde hij Boekhouden op een Hillegersbergse Mavo) serieus begon te schrijven, bevond hij zich gedurende zijn lange leven steeds daar waar Nederlandse popgeschiedenis werd geschreven. Als tiener zag hij de rock ‘n’ roll opkomen maar zijn enthousiasme voor pop werd pas echt aangewakkerd met een bezoek aan het concert van The Beatles in Blokker (1964). Datzelfde jaar stond de jonge Kroon vooraan tijdens de rellen rondom het Rolling Stones concert in het Haagse Kurhaus. Hij danste naakt op het Kralingen Popfestival (1970) totdat Jefferson Airplane-zangeres Grace Slick vanaf het podium hem persoonlijk vroeg of hij ‘please’ iets wilde aantrekken. Hij verloor zijn voortanden aan de rondmaaiende basgitaar van Sid Vicious tijdens het Sex Pistols-concert in Eksit (1977) en de rest van zijn gebit door een stagedive tijdens het concert van Nirvana in Nighttown (1989) waarbij geen mens hem opving omdat er praktisch niemand was. Zo hopen de wapenfeiten zich op. Voor Popunie gaat Kroon vooral op zoek naar de cult- en randfiguren van de Rotterdamse
popcultuur.